Dit monument was wel heel eiig. Het moest geschikt worden gemaakt voor een gezin met twee jonge banjermeiden. De familie had een sterke band met Engelse tuinen en wilde graag een gevoel van lucht en ruimte.
De woonkamer had een hoog “Mieke Telkamp” gehalte. Maar om alles over te schilderen, daar was simpelweg geen tijd voor. Echter Tom Poes verzon een list en door voor een kamerbreed en hoog behang te kiezen boven de grijsgroene lambrizering werd de kleur groen in de bestaande verflagen naar voren gehaald. Heel subtiel zijn ook de lila tinten in het behang die weer terugkomen in de tegels aan de overzijde van de ruimte. De twee belendende wanden hebben hoge ramen en kregen mooi groenen gordijnen. Nu nog een paar grote planten erin en hup van Mieke naar tropische oorden.
Als voormalig raadhuis was de hal de wachtruimte voor hen die elkaar het jawoord gaven. De vergrijsde leemtinten op het houtwerk bleven. Daar werd een blauwgrijs behang bij gekozen met een groot patroon van vogels en sloten. Een knipoog naar het liefdesverleden van deze ruimte. Het lijkt gek, maar door te kiezen voor deze tinten werd de ruimte meteen vriendelijker, zachter. Het plafond kreeg meer aandacht en ook de marmeren vloer werd nu integraal opgenomen in de hal.
Ook de keuken was consequent eigeel. Voor de wanddelen naast de ramen werd gekozen voor een zachtblauw behang met een groot patroon van bomen en allerlei vlinders en vogeltjes. Dit vergroot het gevoel van buiten zijn, van lucht. Ook het plafond werd zachtblauw. Door de pilaren en de balken van het plafond groen te maken werd het gevoel van ruimte vergroot en kreeg de keuken een canapé. De inbouwkasten kregen dezelfde kleur als de wanden: zachtblauw, zodat ze niet zo naar voren zouden komen.
De lambrisering en de keukenkastjes kregen dezelfd zachtgroene tint als de pilaren, zodat de ruimte wel “grond onder haar voeten” kreeg.